De vraag ‘Wie ben ik nu eigenlijk echt?’ houdt mij voortdurend bezig. We gebruiken de uitspraak ‘ik ben’ vaak om uit te leggen wie we zijn. Dan vertel je jouw naam, je geslacht, of je getrouwd bent of niet, iets over je karakter of je fysieke uiterlijk. Je zegt dat je dat bent, maar dat ben je niet. Je vertelt over jouw zelfbeeld; het beeld dat jij van jeZelf hebt.
We zijn er heel goed in om te geloven dat alles wat we denken waar is. Niet alleen met wat we waarnemen in onze omgeving, maar ook over wat we over onsZelf denken in de vorm van een zelfbeeld. We zijn daar als klein kind al vroeg mee begonnen in onze jeugd. Omdat we onsZelf in allerlei bochten wringen om de liefde en erkenning te krijgen van papa en mama ontstaan er diverse negatieve overtuigingen op díe momenten dat we die liefde en erkenning niet krijgen. Vooral de situaties waarin papa of mama kritiek op ons hebben of boos naar ons uitvallen laten littekens na die we nooit meer kwijt raken.
Nu kun je de negatieve kernovertuigingen gaan compenseren met positieve tegenhangers. Nooit verkeerd, maar dat zorgt er nog steeds niet voor dat de negatieve kernovertuigingen verdwijnen. Je bouwt daarom een EGO-construct op om dit allemaal te bedekken waaruit vervolgens een zelfbeeld ontstaat. Zo hoop je een imago neer te zetten zoals je graag wilt dat de wereld/de ander jou ziet, zodat je liefde en erkenning krijgt.
Je negatieve kernovertuigingen (geloof) helemaal oké vinden bevrijd je uit de onmogelijke beknelling die jij met jouw EGO-construct hebt gevormd. Haal het oordeel (dit is slechts een gedachte) van positief of negatief van jouw kernovertuiging af. Hiermee wordt het een gewone kernovertuiging die je makkelijk oké kunt vinden. Hieruit kan een gezond EGO-construct en zelfbeeld ontstaan.
Wil jij ook werken aan een gezond EGO-construct? Neem dan vooral contact met mij op en ik gids je graag een eindje op weg.